donderdag 20 januari 2011

Markt

Op de markt (ik zit verlegen om appels) kom ik een oude jeugdvriend tegen. We hebben elkaar drie jaar niet gezien na een verwarrende sms-ruzie onder invloed van drank. Hij heeft zich bekeerd tot de Islam. Zijn nieuwe vrouw mag me geen hand geven. Een high five kan er ook al niet vanaf.

woensdag 19 januari 2011

File

Ik sta voor het eerst in de file. Ik ken de gezichten in de file niet. We rijden naar Antwerpen, waar een boek van Tim Foncke wordt gepresenteerd. Onze uitgever zit achter het stuur van zijn witte haai.
Tim Foncke heeft mij gevraagd een praatje te houden tijdens de presentatie van zijn boek en het eerste exemplaar in ontvangst te nemen. Twee dozen met boeken liggen in de kofferbak. Tijdens het stilstaan blader ik door het boek.
Tim Foncke en ik hebben elkaar nog nooit ontmoet, we kennen elkaar via internet. Ik zit met mijn vriendin op de achterbank. Ik heb twee flessen likeur meegebracht. Ik ben de enige die van de likeur drinkt.
Na vier uur zijn we nog niet voorbij Den Bosch. Ik laat mijn vriendin Tim Foncke bellen om te vertellen dat we later komen.
Mijn vriendin zegt tegen Tim Foncke, Hoi, met Joubert, we zijn wat later. Het is een meisje, hoor ik Tim Foncke zeggen.
Na negen uur komen we aan in Antwerpen.
De meeste gasten zijn al weg. Ik stel me voor aan Tim Foncke, ik vertel hem dat ik geen meisje ben. Ik overhandig Tim Foncke het eerste exemplaar van zijn boek en houdt mijn praatje dat uit twee zinnen bestaat:
'Ahoy, roestige matrozen, ahoy' en 'Op schoot bij de rolstoelkoning'.

dinsdag 18 januari 2011

Alibi

Ik ga vreemd. Deze stukjes zijn mijn alibi. Ik laat ze vervaardigen in een sweatshop in India. Als ik 's avonds bezweet na dampende kokosavonturen met woeste negerinnen thuiskom vraagt mijn vrouw hoe het ging vandaag. Met een zucht laat ik haar mijn nieuwste stukje zien. Ik heb vandaag weer flink geleden voor de literatuur, zeg ik dan.

vrijdag 14 januari 2011

Geslaagd

Via internet bestelt een blanke voor dertig euro aan Chinees eten, dat hem door een neger wordt bezorgd. De multiculturele samenleving is geslaagd.

donderdag 13 januari 2011

Mond

Ik ben een kanker. Ik roddel en ik lieg. Ik profileer mezelf ten koste van anderen. Ik bedoel het goed. Ik praat met een mond vol verwachtingen waar ik nooit aan zal voldoen. De haat die ik opwek, richt zich nooit op mij. Als ik mijn mond open, komt er ergens ruzie. Ik blijf buiten schot. Ik ben het oog van de orkaan die ik zelf heb veroorzaakt.
Ieder leger zou mij in zijn gelederen moeten hebben.

maandag 10 januari 2011

Lichaam

Ik ken mijn eigen lichaam niet, ik heb het nog nooit goed bekeken. Als ik mijn voet zou moeten herkennen uit een rij van veertien anonieme voeten zou me dat niet lukken. Als ik door een wreed toeval een lichaamsdeel zou verliezen, zou ik het lichaamsdeel wel missen, denk ik.