woensdag 28 november 2012

Brood*

Sinds mijn boek, Er gebeurde o.a. niets, is verschenen word ik vaak benaderd door mensen met een website. Ze sturen me een email en vragen me om een stukje voor hun website te schrijven. Ik schrijf dan terug dat ik graag een stukje voor hun website schrijf en vraag wat hun budget is. De mensen van de website mailen terug dat ze geen budget hebben, maar dat de website heel goed bezocht wordt en dat het dus goed is voor mijn naamsbekendheid als er een stukje van mij op de website staat. Als de bezoekers van de website mijn stukje lezen vinden ze het misschien wel een leuk stukje en kopen ze misschien mijn boek wel, schrijven de mensen van de website. De mensen van de website schrijven dan ook dat het wel een origineel stukje moet zijn, dat ik het speciaal voor hun website moet schrijven en dat het volgende week af moet zijn.
Vandaag was ik bij de bakker. Al mijn brood was op, ik had nieuw brood nodig. Ik vroeg de bakker of hij speciaal voor mij een brood wilde bakken. Het mocht niet een brood zijn dat hij nog op de plank had liggen, hij moest speciaal voor mij een nieuw brood bakken. Het mocht ook niet een al bestaand brood zijn, de bakker moest voor mij een nieuw recept bedenken. Ik zei dat de bakker wel op moest schieten, omdat ik honger had. Ik zei tegen de bakker dat ik hem niet kon betalen voor het brood, maar dat het goede reclame voor hem was dat iemand zijn brood at. Misschien zag iemand wel dat ik het brood van die bakker at, en dat ik van dat brood genoot, en kocht diegene dan een keer brood bij die bakker. De bakker zei dat hij nog een halfje tijgerwit had. Als ik wilde mocht ik het kopen, maar dan moest ik wel snel beslissen. Achter mij vormde zich een rij. Het brood kostte een euro vijftig.

[* Bovenstaand stukje is gratis en zonder toestemming van de auteur over te nemen voor iedere website. Wel met naamsvermelding en correcte link naar het boek 'Er gebeurde o.a. niets']

zondag 18 november 2012

Verwaarloosde dieren

Ik lees deel 3 van de Reve-biografie van Nop Maas. Ik heb het boek bijna uit. Op blz. 710 lees ik een interview met een al dementerende Gerard Reve. Hij reageert hierin op de bonnetjesaffaire rond zijn vriend Bram Peper:

"Niet veel mensen weten dit, maar Peper heeft thuis een grote, diepe tuin met verwaarloosde dieren. Hij heeft die dieren uiteraard niet zelf verwaarloosd, maar ik denk dat hij ze hier en daar van de straat plukt. Hij geeft ze voedsel. Ik herinner me dat Peper zich een keer ongemakkelijk voelde. Toen zag ik dat hij de dieren aaide en zelfs met hen sprak. Hij is een mens met gevoel, jazeker en die kunnen ze tegenwoordig niet gebruiken in de politiek."

woensdag 14 november 2012

Bananen

Ik bezoek een concert van Mark Lanegan. Ik heb wel dertig euro voor een kaartje moeten betalen. Daar moet ik, normaal gesproken, bijna een dag voor werken in de dierenwinkel. Ik probeer op een rustige plek te staan. Weg bij de mensen. Het lukt niet. Het optreden is uitverkocht. Overal zijn mensen. Terwijl de band speelt en Mark Lanegan op zijn microfoonstandaard leunt, bespreken de mensen van alles. Hypotheken. Werk. Ziektes. Die ene leuke jongen. Etc. Ik hoor van alles, behalve de muziek. Ik stoot een pratend meisje naast me aan en vraag of ze misschien (alsje-alsjeblieft) stil kan zijn. Ik zeg dat ik de muziek niet kan horen door haar gepraat. Het meisje wordt boos. Ze zegt dat ze een avondje weg is met vrienden, dat ze wel dertig euro voor een kaartje heeft betaald, dat ze dus mag doen wat ze wil. Ze zegt dat ik mijn kop moet houden. Ik laat mijn hoofd zakken. Ik wil weglopen, maar door de drukte kan ik geen kant op. Ik sta vast tussen de mensen. Ik hoor het meisje zeggen dat ze het gevoel heeft dat haar vader haar niet waardeert. Daarna vraagt ze aan een vriendin of zij weet of walvissen bananen lusten. De vriendin weet het niet. Ik weet het ook niet, maar volgens mij zijn walvissen geen moeilijke eters.
Als het concert voorbij is, koop ik de nieuwe plaat van Mark Lanegan, Blues Funeral. Ik ben benieuwd geworden naar de muziek. Het leek alsof de band erg zijn best deed op het podium. Thuis zet ik de plaat op. Ik hoor steeds herhaalde muziekbliepjes en een in zwarte, vage symbolen zingende Mark Lanegan. Over walvissen en of ze bananen lusten zingt hij niet één keer.