vrijdag 7 november 2014

Verhuisbericht

Dit blog zal langzaam gaan verdwijnen, daarom is er nu:

J O U B E R T P I G N O N . N L

(wees welkom)

donderdag 6 november 2014

Nieuw boek voorjaar 2015

Op de website van Uitgeverij Atlas Contact zijn de aanbiedingsfolders voor voorjaar 2015 te bekijken. Dit zijn mijn twee pagina's.

Ondertussen is mijn eerste boek nog steeds te koop. Bijvoorbeeld in de boekwinkel, of bij mij.

zondag 26 oktober 2014

Softijs

Sinds ik ontdekte in leven te zijn denk ik iedere dag aan mijn dood. Mijn begrafenis krijgt steeds meer vorm. Ik heb bijna de hele dienst uitgedacht. Het sterven ontbreekt nog. Vandaag bedacht ik dat iedereen bij binnenkomst in het auditorium een softijsje krijgt. Bij de ingang staat een kraampje. Een echtpaar dat normaal op kermissen en braderieën staat is ingehuurd. Ter plekke wordt voor iedereen softijs in een oubliehoorn getapt. Likkend luisteren de mensen naar de toespraken en mijn drie lievelingsliedjes. Tranen stromen over het softijs en worden weer opgelikt. Krakend verdwijnen de oubliehoorns langs hangende mondhoeken. Met wat pech schijnt de zon.

vrijdag 24 oktober 2014

Loek Maloen

We hebben een kind in huis dat niet van ons is. Een vriendin van mijn vriendin heeft een nieuw kind gekregen, haar oude kind logeert een paar nachtjes bij ons. Ik weet niet hoe oud het kind is. Als ik zou moeten gokken zou ik zeggen: ergens tussen vijf en tien. Wanneer vroeger iemand niet precies wist hoe oud ik was stortte mijn wereld in. Het kind zegt dat ik een verhaaltje moet verzinnen. ‘Oké,’ zeg ik. Het kind zegt dat in het verhaal twee kastelen, een koning en een koningin, drie prinsessen, drie prinsen, een betoverd bos en iets gevaarlijks voor moeten komen. Ik vraag waar de ruimte voor eigen interpretatie is. Het kind zegt niets. Ik zeg dat ik alleen verhalen kan verzinnen over Loek Maloen, de jongen die de taal van de dieren spreekt. Het kind zegt niets. ‘Oké,’ zeg ik, ‘in een betoverd bos staan twee kastelen vlak naast elkaar. In het ene kasteel wonen de koning en koningin, in het andere drie prinsessen en drie prinsen. De prinsen wonen op de bovenste verdieping, de prinsessen op de onderste. Op een dag breekt een vreselijke brand uit waarbij iedereen om het leven komt. Als het vuur gedoofd is loopt Loek Maloen, de jongen die de taal van de dieren spreekt langs.’ Het kind buigt zich naar mijn vriendin toe en fluistert: ‘Hij snapt echt niets van kinderen.’

zondag 19 oktober 2014

De ijslopers

Wanneer mijn voorouders voor het eerst over ijs liepen weet ik niet. Op gladde oppervlakken grijp ik de grond met mijn tenen – door mijn schoenen heen, een beproefde methode waardoor ik nooit uitglijd. Mijn vader, zusje en ik hebben dezelfde lange tenen. Mijn moeder heeft een andere achternaam. Onze geschiedenis is dat we al eeuwen op vlak land wonen dat er alleen anders uitziet wanneer je er met je rug op ligt. Ik ben de eerste uit mijn familie die geen vogels eet.
Ik ben de eerste uit mijn familie die boeken schrijft, mijn betachtergrootneef Anton Koolhaas even niet meegerekend. Al schrijf ik eigenlijk geen boeken, maar stukjes. Die stukjes worden achter elkaar gezet, in een bepaalde volgorde, zodat ze een lopend verhaal vormen en vervolgens in boekvorm worden uitgebracht. Mijn familie leest mijn boeken niet. Ik zal nooit iemand dwingen mijn werk te lezen. Ik zal mijn best doen mensen kenbaar te maken dat het bestaat, of ze het lezen interesseert me niet. Ik wil een goed stukje schrijven, dat is het. Ik ben niet geïnteresseerd in meerdere drukken, in televisieprogramma’s, in prijzen, vertalingen, kartonnen poppen van mezelf in boekwinkels, het schrijven van het Boekenweekgeschenk of hoge oplages. Ik hoop dat de uitgeverij die mijn werk uitgeeft haar geld terugverdient zodat het koffiezetapparaat niet wegbezuinigd hoeft te worden.
Toen ik mijn oma vertelde dat er een boek uitkwam dat ik geschreven had zei ze: ‘Ik heb een keer een boek van je gekregen voor mijn verjaardag. Het ging over een familie in Ierland. Het waren kleine letters, ik kon ze toch lezen. Ik kan nog steeds boeken met kleine letters lezen. Ik leende het uit aan je moeder maar kreeg het nooit terug.’
Daarna keken we op tv hoe een Friese schaatser met blozende wangen weer wereldkampioen werd. We aten chips en ik dronk van de kleine flesjes rode wijn die mijn oma altijd speciaal voor mij koopt. Ze zei dat ik de houdbaarheidsdatum moest controleren, wat ik deed. Ik zag dat de wijn ons in principe allemaal zou overleven.

woensdag 15 oktober 2014

Honger

Op een bankje naast de schouwburg lees ik Honger van Knut Hamsun. Het is een exemplaar uit 1976, ik kocht het een half uur geleden voor € 1,75. Over twee uur, om 16:00, heb ik een afspraak. Vanochtend om 09:00 at ik een kiwi, een banaan en een appel. Ik las vacaturewebsites, verstuurde sollicitatiemails, douchte en ging om elf uur naar buiten. Ik liep over straat om te kijken of er ergens op winkels briefjes hingen: personeel gezocht. Ik vond niets. Even voor twee uur liep ik een tweedehands winkel binnen. Ik had nog drie euro tien in mijn portemonnee. Ik twijfelde tussen een boek van Malcolm Lowry, Onder de vulkaan, en Honger. Honger kostte één vijfenzeventig. Lowry twee vijftig. Ik koos Honger. Ik had ook drank kunnen kopen. Voor drie euro koop je een fles wijn of wat bier. Tot mijn vijfendertigste dronk ik geen alcohol. Oudejaarsavond 2013 dronk ik champagne. Ik zoende een man die ooit bij mijn vriendin op de middelbare school zat op zijn mond. Nu drink ik. Mijn dorst lijkt steeds groter te worden, maar ik koos Honger. Op een bankje naast het mijne rookt een Turk sigaretten. Een paar jaar geleden is het plein voor de schouwburg gerenoveerd. Het loopt schuin naar beneden, dit is de bedoeling van de architect. Over twee uur heb ik een afspraak, onder meer met iemand die rookt. Ik ben van plan shag en vloei van haar te bietsen. Ondertussen lees ik Honger. Het fruit is al tot stront verteerd.
De afspraak duurde langer dan verwacht. Het was een echte vergadering met volwassen mensen. De knopen die vorige keer al waren doorgehakt werden nog een keer doorgehakt. Buiten is het donker. Ik loop naar mijn atelier om wijn te drinken. Naast mijn atelier is een expositieruimte met een bar. De koelkast is nooit op slot. Ik moet mijn atelier binnenkort opzeggen. Ik kan het niet meer betalen. Ik doe de deur van het ateliercomplex open. Er is geen licht in de gang. In de gang bots ik tegen iets aan, het wankelt, ik grijp het vast, splinters in mijn vingers, balans, het staat weer, ik voel houten platen die in een driehoek aan elkaar zijn vastgemaakt, ik herinner me dat vandaag kunstenaars in het gebouw zouden komen om een expositie in te richten, ze zouden kunstwerken meebrengen die een relatie met het gebouw aangaan, ze hebben zich goed voorbereid, de deur valt achter me dicht. In het donker omhels ik het kunstwerk.

dinsdag 14 oktober 2014

Dronk

‘Alle plekken zijn even erg om te wonen, daarom kun je beter op een plek wonen waar je de weg kent,’ zegt ze tegen me. Ik knik en zou willen dat ik nog dronk. Een tijd geleden ben ik gestopt met drinken, een paar maanden nu. Het moest wel, als ik begon met drinken kon ik niet meer stoppen. Ik dronk door tot alle drank op was. Daarna verplaatste ik me, naar plekken waar nog drank was. Ik ben met dorst geboren. Drinken is het uitstellen van de dorst. Nu drink ik niet meer. Ik weet niet waarom ik dronk. Ik heb theorieën bedacht, of ze kloppen weet ik niet. Ooit schrijf ik er een flinterdun boek over, een pink dik, met op de voorkant een slecht-geschilderd portret van mezelf. Sinds ik niet meer drink valt het me zwaar naar de mensen te luisteren. De laatste keer dat iemand iets interessants tegen me zei veerde ik op en omhelsde ik de man. Later bleek het een citaat uit een roman van Thomas Blondeau te zijn. Thomas Blondeau is nu bijna een jaar dood. Ik sprak op een herdenkingsdienst ter ere van hem. Ik voelde me een huichelaar. Ik kende hem, maar we waren niet bevriend. Ik had veel verdriet om zijn dood, maar er waren mensen die hem beter kenden. Ik was nooit bij hem thuis geweest, hij ook nooit bij mij. In de toekomst wil ik alleen nog spreken op herdenkingsdiensten van mensen van wie ik weet hoe hun slaapkamer ruikt. Ze leunt achterover om haar woorden ruimte te geven. Ik geloof dat ze verwacht dat ik nu iets zeg. Ik neem een slok van mijn spa rood en knik nog wat meer terwijl ik inschat hoeveel stappen het naar de deur is.

zondag 12 oktober 2014

Uitzendbureau

Omdat ik met schrijven en tekenen en mijn bijbaan in een winkel ongeveer zeshonderd euro per maand verdien en ik twaalfhonderd euro per maand nodig heb om in leven te blijven, print ik mijn warrige en chaotische cv tien keer uit en ga ik de straat op. Er zijn twaalf uitzendbureaus in mijn woonplaats. Ik ben al drie dagen van plan ze te bezoeken, maar verzin steeds uitvluchten om thuis te blijven.
Alle glazen zijn drie keer afgewassen. Mijn boeken zijn op kleur gesorteerd. De kattenbak is na iedere keutel verschoond. Iedere email is meteen beantwoord. Ik heb afspraken gemaakt met vrienden die ik hoopte nooit meer te zien.
Ik heb bedrijven gemaild of ze een enthousiaste en spontane harde flexibele werker als ik kunnen gebruiken.
Natuurlijk regent het buiten.
Mijn uitgeprinte cv’s zitten in een stevige map in mijn rugzak.
Ik heb me geschoren, aftershave opgedaan, mijn netste overhemd aangetrokken, schone sokken aangedaan, mijn tanden gepoetst, mijn haren in een lichte scheiding gekamd.
Ik loop naar mijn atelier, langs twee uitzendbureaus, het lijkt me beter om nog twee uur te wachten. ’s Middags zijn de mensen van de uitzendbureaus vast welwillender.
Ik open mijn mail in de hoop een opdracht binnen te krijgen. Een dagelijkse column in een krant. Een dagelijkse tekening in een krant. Een literaire prijs voor mijn hele oeuvre. Een subsidieverstrekker die mailt dat de afwijzing een vergissing was.
Ik kijk op mijn bankrekening of er misschien, ineens, geld op staat. Ik vervloek de bank die me drieduizend euro rood laat staan.
Misschien is het beter dat ik me online inschrijf bij de uitzendbureaus.
Ik google een overzicht bij elkaar en vul mijn gegevens op een steeds iets andere manier in.

Telefoon van een uitzendbureau! Of ik er iets voor voel om hotelkamers schoon te maken.
Uiteraard! Hotelkamers schoonmaken is een passie van me. ’s Nachts lig ik altijd te woelen in bed, gefrustreerd dat er ergens ter wereld niet-schoongemaakte kamers in hotels zijn. Blij met deze kans hier iets aan te doen. Ze vragen of ik kan langskomen.

De jongen met wie ik een afspraak heb vraagt of ik iets wil drinken. ‘Nee dank je,’ zeg ik. Hij vraagt of ik er iets in wil. ‘Nee dank je,’ zeg ik lachend om zijn leuke grapje. Hij zet een bekertje koffie voor me neer. Ik zeg dat ik geen drinken hoefde. Hij zegt dat hij dacht dat ik koffie zei. Ik zeg dat ik het wel opdrink. Hij vult mijn competenties in, ik neem slokjes koffie. Hij zegt dat hij het nog met zijn collega’s moet bespreken, maar dat ze springen om mensen. Hij vraagt of ik er een beetje zin in heb. ‘Zeker!’ zeg ik. Hij zegt dat hij me later vandaag belt, nadat ze het intern hebben besproken. Ik sta op, geef een hand en laat mijn lege bekertje op het bureau staan.
Buiten bedenk ik dat de koffie natuurlijk een test was. Een echte schoonmaker zou het lege bekertje zelf weggooien. Ik draai me om en kijk door het raam van het uitzendbureau naar binnen. Het bekertje is weg. Alleen een bruine kring is nog te zien.

woensdag 24 september 2014

Test 142, 142 Test

Ik heb 142 nieuwe verhalen, samen vormen ze volgend jaar een boek, die ik graag wil uitproberen. Ik heb ze meerdere malen doorgelezen en hardop voorgelezen, maar ik wil ze ook graag testen voor een live publiek van levende mensen. Een select en welwillend gezelschap dat op zondag 2 november tussen 16:00 en 17:00 samenkomt in de winkel The Irrational Library (Doelstraat 31) in Haarlem om te luisteren naar hoe ik mijn nieuwe verhalen voorlees. Er is bier en wijn en frisdrank. Ik lees, waarschijnlijk, niet alle 142 verhalen voor, het wordt –vermoedelijk- een ter plekke bedachte selectie. Lijkt het je leuk om langs te komen, dan lijkt me dat leuk. Je kunt niet blijven slapen, maar wel gaan zitten op stoelen en banken. The Irrational Library is een fijne winkel met boeken, kleding, strips, platen, films en posters van Richard Brautigan. Ik beloof erg mijn best te doen.
Trefwoorden: Akoestisch, optreden, gemoedelijk, intiem, gratis, neem, je, goede, humeur, mee, evenement, facebook,

maandag 22 september 2014

Het ideale scenario

De schrijver schrijft een boek.
Een lezer maakt kenbaar het te willen kopen.
De schrijver laat een exemplaar drukken en verkoopt het aan de lezer.
Als een nieuwe lezer zich meldt, werkt de schrijver opnieuw zijn manuscript door.
Hij vindt van alles om te veranderen en verandert dit.
De schrijver laat een exemplaar drukken en verkoopt het aan de lezer.
Het boek wordt steeds beter, of in ieder geval anders.
De titel kan hetzelfde blijven, maar het hoeft niet.
De schrijver wacht tot zijn lezers dood zijn en koopt de boeken op.
Hij vernietigt ze.
Hij wacht op een lezer die zich meldt om zijn boek te kopen.
Als dat gebeurt leest hij zijn manuscript door, verandert van alles en verkoopt het als boek aan de lezer.

vrijdag 19 september 2014

Workshop korte verhalen

Mijn goede vriend Lucas Hirsch zegt dat hij een plan heeft waardoor we allebei rijk gaan worden. Hij weet niet dat het mijn grote droom is vlak boven de armoedegrens te leven. Ik luister toch. Hij zegt dat we workshops moeten gaan geven. Ik verhalen schrijven, hij gedichten schrijven. Hij zegt dat we langs scholen en boekhandels en bibliotheken gaan om onszelf aan te bieden. Hij zegt dat we er veel geld voor kunnen vragen en dat er vast veel vraag is naar onze kennis. Ik zeg dat ik meedoe.
Lucas heeft geregeld dat we bij Athenaeum Boekhandel Haarlem reclame kunnen maken voor onze workshops. We lezen verhalen en gedichten voor en als we zien dat mensen het leuke verhalen en gedichten vinden zeggen we dat we hen kunnen leren ook zulke leuke verhalen en gedichten te schrijven.
Ik geloof niet in workshops. Ik geloof niet dat ik mensen die slechter schrijven dan ik kan leren schrijven. Ik geloof dat mensen die beter schrijven dan ik mij niet nodig hebben. Als ik een workshop geef doe ik het voor het geld. Zodat ik niet een maand ergens in een fabriek of een schoenenwinkel hoef te werken.
Ik kan voorbeelden van schrijvers die ik goed vind laten zien. Ik kan zeggen dat je tijdens het voorlezen het publiek af en toe moet aankijken. Ik kan zeggen dat een verhaal altijd anders wordt dan je in je hoofd hebt. Ik kan zeggen dat in een kort verhaal geen regels gelden, behalve dat het niet te lang moet zijn.
Athenaeum Boekhandel Haarlem stelt voor mijn workshop alle vier de woensdagavonden in februari beschikbaar. Ik verlaag mijn prijs van honderdvijfennegentig euro naar honderd naar vijfenzeventig euro om hem vervolgens naar vijfennegentig euro te verhogen omdat dat moet van mijn vriendin. Als één iemand zich aanmeldt gaat de workshop door.
Ik wil vlak boven de armoedegrens leven om mijn kunst, of wat het dan ook is, zuiver te houden. Zodat ik voor mijn kunst moet leven en niet champagnesproeiend met pony’s in speedboten reis, maar te voet moet reizen en rustig om me heen moet kijken en zoveel mogelijk stil moet staan. Ik weet niet of het geven van een workshop bij het zuiver houden van mijn kunst past, maar ik ben hypocriet genoeg om mijn eigen idealen te negeren.

Workshop korte verhalen schrijven en voorlezen door Joubert Pignon
Woensdagavond 4, 11, 18 en 25 februari 2015 van 20:00-21:30
Kosten € 95,00
Locatie: Athenaeum Boekhandel Haarlem
Koek en zopie aanwezig

Joubert Pignon was met zijn roman-in-korte-verhalen Er gebeurde o.a. niets (2012) genomineerd voor de Academica Literatuurprijs. Zijn werk verschijnt, naast in Nieuwe Revu en HP/De Tijd, in diverse literaire bladen. Hij las voor uit eigen werk op Lowlands en Crossing Border. Begin 2015 verschijnt zijn nieuwe korte verhalenbundel, Huil maar, ik wens je uitstel toe.

zondag 7 september 2014

023 Uur Haarlem Cultuur

Zondag 14 september lezen Lucas Hirsch en ik vanaf 13:30 voor bij Boekhandel Athenaeum Haarlem in het kader van de opening van het culturele seizoen. Ik lees voor uit mijn volgend jaar te verschijnen boek (HMIWJUT). Wellicht lees ik ook wat gedichten van Lucas voor en wat stukken uit willekeurige boeken uit de kast.

zondag 31 augustus 2014

Opgedragen aan…

Ik ben bezig met de afwerking van mijn derde boek. Mijn derde boek is mijn tweede boek dat zal verschijnen (ovb.). Het recept is hetzelfde: in zwart afgedrukte letters uit het alfabet, punten en komma’s op wit papier. Als het boek af is, stuur ik het aan allemaal mensen die me zeggen wat er niet goed aan is. Daarna raap ik mezelf van de grond en voer ik hun suggesties door.
Vervolgens is het een kwestie van de juiste stockfoto uitzoeken voor de voorkant, een achterflaptekst bij elkaar liegen, negatieve quotes zo herschrijven dat het lyrische quotes lijken, colofonnetje tikken, even op de foto (een glimlach betekent dubbele verkoop – mensen willen geen boeken van chagrijnige schrijvers kopen) en daarna bedenken aan wie ik dit boek zal opdragen.
Mijn eerste boek droeg ik op aan Sami Hyypiä. Via de aandacht die dit genereerde trok hij zijn carrière uit het slop en werd hij even later trainer van Bayer Leverkusen. Om later natuurlijk weer ontslagen te worden bij de voetbalclub. Het Pignoneffect is krachtig, maar van korte duur.
Aan wie ik mijn tweede boek opdroeg laat ik hier even buiten beschouwing. Maar dat boek ligt natuurlijk niet voor niets ergens veilig opgeborgen in een kluis.
Mijn derde boek dat, als het meezit, begin volgend jaar verschijnt wil ik graag opdragen aan een lezer. Het mag iemand zijn die mijn werk trouw koopt, maar ook iemand die mijn werk illegaal downloadt. Hij of zij moet me een email sturen waarin hij of zij schrijft dat het hem of haar leuk lijkt wanneer ik mijn boek aan hem of haar opdraag. Daarnaast moet de lezer bereid zijn tegen me te bowlen. Ik dacht altijd dat ik een slechte bowler was, maar de laatste keer dat ik bowlde bleek ik me daarin te vergissen. Wanneer de lezer me verslaat draag ik mijn boek aan hem of haar op. Wanneer ik win doe ik dit niet en ga ik met iemand anders de strijd aan. Ik draag alleen boeken op aan mensen die beter bowlen dan ik.

zondag 24 augustus 2014

Gesigneerd boek

Mocht je een gesigneerd exemplaar van mijn boek Er gebeurde o.a. niets willen bezitten, dan kan dat natuurlijk. Je kunt me een email sturen via joubertpignon@gmail.com. Nadat je € 17,95 + verzendkosten naar me hebt overgemaakt stuur ik je het boek toe. Ik kan je het boek uiteraard voor minder dan € 17,95, de winkelprijs, verkopen maar doe dat niet. Ik wil de boekwinkels te vriend houden, ik ben een opportunist, ik heb de boekwinkels in de toekomst nog nodig. Bestel je het boek bij me dan zet ik er het volgende in:
- de actuele datum
- een naam naar keuze (Voor …)
- een verhaal van meerdere woorden (bladiebladiebla)
- groetjes
- mijn naam

Ik pak het boek met cadeaupapier in en stuur het je op in een voldoende gefrankeerde envelop. Haal je het boek liever bij me op, dan kan dat ook. Je kunt bij me langskomen in mijn atelier, dan maken we er een gezellig dagje van. Heb je het boek al gekocht en wil je het alsnog gesigneerd hebben, kun je ook mailen. Spreken we iets af. Wil je liever een ongesigneerd exemplaar van mijn boek bezitten, dan raad ik je aan een bezoek te brengen aan je lokale boekwinkel. Hebben ze Er gebeurde o.a. niets niet in huis, dan kunnen ze het binnen een paar werkdagen voor je bestellen.

zondag 27 juli 2014

Literaire middag rond de Beat Generation

Op zondag 21 september presenteert Stichting Kleine Revolutie Producties de 2e editie van Fabricage. Deze literaire voorleesmiddag vindt wederom plaats in De Lichtfabriek te Haarlem. Het thema is: On the Road: een ode aan De Beat Generation & reizen. Dichters, schrijvers, een reisjournaliste, een autobiograaf en een muzikant eren de diversiteit van de generatie rond o.a. Allen Ginsberg en Jack Kerouac met eigen werk geïnspireerd door dat van de dode helden. Met Auke Hulst, Erik Jan Harmens, Voortuin, Jeroen Ligter (Giant Tiger Hooch), Joshua Baumgarten, John Schoorl, Joep Bremmers en Iris Hannema. De presentatie van deze middag is in handen van Joubert Pignon & Lucas Hirsch. Dus wakker uw reislust aan en kom kijken & luisteren! 'Be there or be square!' Meer informatie volgt.

zaterdag 21 juni 2014

Plaat

Terwijl ik een nieuw boek met korte verhalen aan het afronden ben, luister ik de nieuwe plaat van Mathijs Leeuwis. Deze is op internet hier te beluisteren: http://mathijsleeuwis.bandcamp.com/album/alweer-geen-revolutie. Als alles meezit verschijnt het boek in één van de eerste maanden van het onheilsjaar 2015.

zondag 25 mei 2014

Katten

Woensdag 28 mei wordt een boek gepresenteerd dat Katten heet. Het boek gaat over katten. Paul van der Steen tekende allemaal literaire figuren als kat en vijftien schrijvers schreven een verhaal over katten. Ik schreef een verhaal van duizend woorden over kittens. Nop Maas zette alle tekst met de hand en drukte alle verhalen met een ouderwetse drukpers die het nog steeds doet. De presentatie is van 16:00 tot 18:00 bij de Haarlemse boekwinkel Athenaeum. Er worden kattenverhalen voorgelezen. Er is wijn en bier en sap en er zijn chipsachtige koekjes in de smaken kaas en zout.

donderdag 15 mei 2014

Uitgave

Net waren Pieter Drift en Willem Jakobs in mijn atelier. Ze dronken allebei een kop koffie en een glas sinaasappelsap. Ze zijn kunstenaars, ze bedenken allemaal projecten. Een van de projecten is dat ze aan mij vroegen een tekst te leveren. Op basis van die tekst maakten ze samen een tekening. Van de tekst en de tekening werd een kleine opgave gemaakt, gedrukt door een vreemde vrouw die kleding draagt die niet bij een mensenlijf past. We signeerden de uitgaves aan een witte tafel. Er werden foto’s gemaakt. Ik zou tien exemplaren krijgen, maar vond vijf wel genoeg. Binnenkort brengen ze het boekje in de verkoop. Ik geef mijn vijf exemplaren weg aan mensen bij wie ik in de gunst wil blijven. Na de verkoop van de resterende vijfentwintig exemplaren hebben de kunstenaars eindelijk genoeg geld om te kunnen verhuizen uit Arnhem-Zuid.

Bestellen gaat via de Facebook-pagina van de kunstenaars.

maandag 5 mei 2014

Zwabberen

Ooit schreef ik een boek dat door lezers gemiddeld met drie sterren werd beoordeeld. Drie sterren leek me ooit een nachtmerrie. Ik deed het voor één (*) of voor vijf (*****) sterren. Ik wilde dat mensen mijn boek haatten of er heel veel van hielden. Maar ooit kon ik nog slechter nadenken dan nu. Wanneer je het gemiddelde van één en vijf neemt, kom je op drie sterren uit. Dat betekent dat de helft van de mensen van mijn boek houdt en de andere helft het haat. Mijn wens ging in vervulling, zonder dat ik het wist. Ik verwachtte dat er vijfhonderd exemplaren van mijn boek zouden worden verkocht. Het werden er meer, maar niet genoeg om een tweede druk te halen. Ik schreef een bundel korte verhalen. Mensen schijnen bundels met korte verhalen niet te willen lezen. Wanneer ik mijn verkoopcijfers omreken naar een roman heb ik zeven miljoen exemplaren verkocht. Mijn boek werd genomineerd voor een prijs. Leuk voor de uitgeverij en mijn ouders. Na mijn eerste boek dacht ik dat ik me moest ontwikkelen als schrijver. Ik wilde boeken schrijven in alle genres. Een roman. Een reisboek. Een kinderboek. Weer een korteverhalenboek. Een sciencefictionthriller. Mijn plan was om alle genres uit te proberen om natuurlijk, uiteindelijk, vlak voor mijn dood, vloekend te ontdekken dat ik een schrijver van korte verhalen ben.
Ik schreef na mijn eerste boek een roman, die geweigerd werd door de uitgever. Wat, denk ik, goed was. Mijn eerste boek bewoog op drie vlakken: heden, verleden en fantasie. Voor de roman wilde ik één van de vlakken verder verkennen. Het werd fantasie. Ik schreef een experimentele roman waarin alles mogelijk is. Daardoor verloor ik de relativering uit het oog. Als ik schrijf, begin ik meestal na vierhonderd woorden (we zitten nu rond de 300) te zwabberen en weet ik niet meer waar ik mee bezig ben. Ik ben een kleine denker. Ik weet niet of er ooit iets met de roman gebeurt. Misschien blijft het altijd een word-document dat bij een man of tien in de map ‘downloads’ staat.
Na mijn eerste boek schreef ik wat reportages, die roman dus, een theaterstuk en een nieuw korteverhalenboek. Ik ben dat laatste boek nu aan het afronden. Daarna gebeurde er, onder andere, wellicht niets.
De literaire wereld bestaat uit twee delen: de literatuur en de boekenwereld. De boekenwereld is vormgeving, literaire avonden, bureauredacteuren, folders, redacteuren, recensies, redacteuren, promotie en marketing, boekwinkels, ramsj, websites, boekpresentaties en facebook en twitter. De literatuur is woorden. Woorden in een grote historische lijn van voor naar achter, die dankzij e-books en torrentsites en hun opvolgers voor eeuwig is. En die, wanneer deze planeet al lang vernietigd is, in de vorm van nullen en eenen door het oneindige universum zweven. Woorden die door nietsvermoedende buitenaardse wezens op hun e-readers zullen worden gedownload. Ze lezen vanuit hun downloads-map wat regels over gekke ridders die molens bevechten, wissen het bestand en gaan vervolgens buitenaardse porno kijken. Porno voor de liefhebber van de soort.

vrijdag 2 mei 2014

Academica Literatuurprijs

Mijn boek Er gebeurde o.a. niets staat op de longlist van de Academica Literatuurprijs 2014. Het is de prijs voor het beste debuut. Mijn boek verscheen eind 2012.
Ik schreef twee stukjes tekst. Één voor wanneer ik de shortlist wel haal, één voor wanneer ik de shortlist niet haal. En vast een overwinningstoespraak.

Wel
Mijn boek Er gebeurde o.a. niets heeft de shortlist van de Academica Literatuurprijs gehaald. Wanneer ik win krijg ik tienduizend euro. Het publiek, dat natuurlijk nooit gelijk heeft, moet stemmen. Wanneer ik win, geef ik een feest met drinken en chips voor iedereen die op me heeft gestemd. Mensen stemmen dus eigenlijk voor een woest gratis feest. Ik ben een Opportunist in 't diepst van mijn gedachten. Ik besteed duizend euro van het geld aan het feest, van de rest van het geld los ik mijn schulden af en koop ik een iets te krappe kapiteinspet.
Ik heb overigens altijd al eens met zo’n veel te grote cheque in de tram naar huis willen zitten.

Niet
Mijn boek Er gebeurde o.a. niets heeft de shortlist van de Academica Literatuurprijs niet gehaald. Vanochtend hebben we de eerste eetbare radijs in onze moestuin aangetroffen.

Mijn overwinningstoespraak
‘Kunst is geen wedstrijd. Prijzen voor kunst zijn onzin. Tenzij er een geldbedrag aan verbonden is. Dank u wel, fijne avond.’

zondag 13 april 2014

Promotiefilmpje literaire avond

Op vrijdag 18 april is in De Lichtfabriek in Haarlem een literaire avond. Thomas van Aalten, Lieke Marsman, Nyk de Vries, P.F. Thomése en Anne‐Gine Goemans lezen voor. Kaarten zijn via de website van De Lichtfabriek te koop of aan de deur. Kleine Revolutie Producties organiseert de avond ism Joubert Pignon. Boekhandel Athenaeum is aanwezig met een boekenstand. Naar verwachting wordt het een prima avond. Deur open om 20:00. Einde avond om 22:30

woensdag 9 april 2014

Jan Arends/Lebowski

Lebowski gaat Jan Arends opnieuw uitgeven. Fantastisch nieuws. Jan Arends is een geweldige schrijver. Na John Williams en Charles Bukowski gaat de uitgeverij van Oscar van Gelderen nu ook Arends uit de vergetelheid ontrukken. Ik kijk er naar uit, naar de hippe meisjes die Jan Arends-kapsels gaan nemen, naar de hippe jongens die, geïnspireerd door hun nieuwe held, ergens als huisknecht gaan werken. Het is een prachtig soort ironie: Jan Arends, die zelfmoord pleegde omdat het succes uitbleef, zal nu door flitsende vormgeving en gewiekste marketing eindelijk de bestsellerlijsten bestormen. De teksten blijven ongewijzigd, neem ik aan. Al is het misschien een idee om hier en daar, de nieuwe lezers in acht nemend, wat woorden als ‘vet’ en ‘nice’ door de verhalen van Jan Arends te strooien. Kan makkelijk:

De voetstappen die ik achterlaat

De 

voetstappen 

die ik achterlaat

zijn bezit

van de grond.



Mijn leven

is van het

verleden.



Mijn woord

is in de monden

van anderen.



Ik 

ben niet.

Ik was.



Zo

is het

met alle dingen.

Nice.


Ik kijk er naar uit. Voor de grap schreef ik ooit, zoals ik alle dingen voor de grap schrijf:

Een schrijver, daar verkoop je geen boek extra mee. Ik zeg tegen de mensen dat de literatuur schrijvers helemaal niet nodig heeft, dat de literatuur alleen maar drukkers, redacteuren en marketingmensen nodig heeft. De mensen zeggen dan: ‘Maar wie schrijft al die boeken dan vol?’ Ik zeg dan dat ze de marketingmensen niet moeten onderschatten, die verzinnen daar wel wat op.

Op de dag dat zijn bundel ‘Lunchpauzegedichten’ verscheen, sprong Jan Arends uit zijn raam en was daarna dood. Een stukje marketing van heb-ik-jou-daar. Er werden vervolgens tweehonderd exemplaren verkocht. Verkoopcijfers waar dichters-van-nu een moord voor zouden doen.

donderdag 3 april 2014

Presentatie ‘Een frisse start’

Bibliofiele uitgave door Joubert Pignon (tekst) & Vincent Uilenbroek (tekeningen)

Nadat hun vriend Rein B. werd weggekocht door de Zweden zochten Vincent Uilenbroek en Joubert Pignon hem op in Stockholm. Ze beleefden in de Zweedse hoofdstad doldwaze tragikomische avonturen waarbij de vriendschap danig op de proef werd gesteld. Uilenbroek en Pignon verwerkten hun belevenissen in een bibliofiele, gelimiteerde uitgave van 20 pagina’s: Een frisse start. Alle 50 exemplaren zijn gesigneerd en genummerd door de auteurs. Het boekje wordt op zaterdag 10 mei om 20:00 gepresenteerd bij Horizonverticaal in Haarlem. U bent van harte welkom. Het is een prachtboekje geworden. Het vermoeden bestaat dat slechts een enkele lezer zich bekocht zal voelen.

Paul van der Steen zal het eerste exemplaar in ontvangst nemen.

Uitgave 1:
Een frisse start + 1 drankje: € 10,-

Uitgave 2:
Een frisse start + 1 drankje + originele tekening Vincent Uilenbroek: € 20,-
(Uitverkocht)

Wilt u Een frisse start reserveren? Dat kan. Mail naar joubertpignon@gmail.com of vincentuilenbroek@outlook.com. Geef aan welke uitgave u wenst. Opsturen is mogelijk, dan komen er wel verzendkosten bij. Bij het opsturen wordt geen drankje meegestuurd.

Presentatie is geweest. Er zijn, via Vincent Uilenbroek, nog een paar exemplaren verkrijgbaar.

***

http://www.horizonverticaal.nl
http://www.vincentuilenbroek.nl
http://joubertpignon.blogspot.nl

zondag 16 maart 2014

Voorlezen (4)

Onverklaarbaar hoe bij het voorlezen alles soms ineens samenvalt. Ik ben dezelfde. Mijn verhalen zijn hetzelfde. Mijn flauwe grappen tussendoor zijn iedere keer anders, maar toch hetzelfde. Het publiek is altijd hetzelfde: mensen die mij niet kennen maar zijn blijven zitten omdat ze nog drinken in hun glas hebben. Het voorlezen gaat altijd wel goed, maar soms klopt alles. Ik lees voor, de mensen lachen. Ik zeg dingen over mijn verhaaltjes, de mensen lachen. Meisjes knopen een knoopje van hun kleding los. Mannen gaan wijdbeenser zitten. Ik houd mijn buik in en lees, zonder op het papier te kijken, ‘Het lelijkste schilderij ter wereld’ voor. Ik verkoop vier boeken en kijk naar de grond wanneer ik gevraagd word wanneer mijn tweede boek verschijnt. Na afloop zegt er altijd iemand: ‘Jouw stem lijkt op die van Nico Dijkshoorn, heb je dat wel eens gehoord?’

vrijdag 14 maart 2014

Rode loper

Vandaag leid ik geen olifanten door wouden zonder mijn stem te verheffen. Ik ben geen soldaat die, zelfs zonder uniform, zijn ware geest verloochent. Ik lees een boek van Etgar Keret op het laatste vrije stoeltje in de trein.
Ik ben op weg naar de presentatie van het nieuwe boek van Jan van Mersbergen.
Ik pin geld van mijn creditcard om drank te kunnen kopen.
Ik ben een half uur te vroeg te vroeg in het theater waar ‘De Laatste Ontsnapping’ wordt gepresenteerd. Voor honderd lege stoelen repeteren Tim Knol en Djurre de Haan de liedjes die ze later gaan spelen. Ik bestel een glas rosé dat drie euro vijftig kost. Op het buitenste stoeltje luister ik naar gitaarakkoorden die halverwege afgebroken worden en ik drink. Ik voel de alcohol smeulen in mijn steeds vetter wordende lijf. Als ik naar buiten loop om te roken houdt een man me tegen. In Amsterdam mag je je glas niet mee naar buiten nemen. Gelukkig zijn er mensen in bedrijfskleding die ons beschermen tegen de gevaren van de vrijheid. Ik sla mijn glas achterover. Buiten bietst een man een sigaret van me. Hij heeft zelf vuur. Na twee trekjes trapt de man de sigaret uit. Hij zegt dat hij eigenlijk niet zo’n roker is.
Binnen bestel ik een nieuw glas rosé. Na twee slokken wil ik weer roken. Ik sla mijn glas achterover en loop naar buiten. Op de rode loper voor het theater steek ik een sigaret op. De man van wie ik mijn glas niet mee mocht nemen zegt dat ik niet mag roken op de rode loper. Ik doe een stap opzij zodat ik niet meer op de rode loper rook. Natuurlijk gehoorzaam ik, ik leef voornamelijk secundair, in mijn pseudo-lullige verhaaltjes.
De feestavond begint. Er zijn toespraken en er worden liedjes gezongen. Ik ontdek dat er een rookruimte is waar je gewoon mag roken en drinken. De toespraken en de liedjes zijn in de rookruimte te horen. Er loopt een kat rond. Als de presentatie voorbij is, wordt het steeds drukker in de rookruimte. Een schrijver van Propria Cures die een vijandig stukje over Joost Zwagerman schreef rookt sigaretten op dezelfde bank als de vriendin van Joost Zwagerman. Als alle mensen zouden roken, zou er nooit meer oorlog zijn. Een getalenteerde jonge schrijfster wiens debuutroman nu al zes jaar ieder moment kan verschijnen kijkt de hele avond op haar mobiele telefoon. Ze trekt er een gezicht bij als een ontevreden baby. Ik probeer met wat schrijvers over literatuur te praten, maar ze willen alleen praten over het boekenvak: oplages, marketing, redacteuren, interviews, recensies.

zaterdag 22 februari 2014

Schreeuwen

Ooit, toen ik nog een beroemde striptekenaar was, maakte ik een stripverhaal. Het stripverhaal ben ik kwijt, ik zeg maar dat ik het stripverhaal kwijt ben, ik heb geen zin het te zoeken, ik maakte meer dan tienduizend stripverhalen. Het stripverhaal ging als volgt:

Plaatje 1:
Een man loopt over straat. Hij schreeuwt. Hij houdt zijn hand bij zijn mond:
‘Ik loop te schreeuwen! Ik loop te schreeuwen, hoor!’

Plaatje 2:
Een andere man steekt zijn hoofd uit het raam. Hij roept naar de schreeuwende man:
‘Houd eens op met schreeuwen!’

Plaatje 3:
De schreeuwende man loopt met zijn hand bij zijn mond over straat en schreeuwt:
‘Ik mag niet lopen schreeuwen! Ik mag niet lopen schreeuwen!’

maandag 17 februari 2014

Koffiezetapparaat

Ik las iets dat ik zelf geschreven heb. Ik las:

Ik zeg tegen de mensen dat de literatuur schrijvers helemaal niet nodig heeft, dat de literatuur alleen maar drukkers, redacteuren en marketingmensen nodig heeft. De mensen zeggen dan: ‘Maar wie schrijft al die boeken dan vol?’ Ik zeg dan dat ze de marketingmensen niet moeten onderschatten, die verzinnen daar wel wat op.

Ik geef het niet graag toe, maar ik heb gelijk. Schrijvers zijn onnodig geworden. Moderne schrijvers, schrijvers die nu nog in leven zijn, schrijven boeken die niet kunnen tippen aan oudere boeken. Het boek is uitontwikkeld, klaar. De hedendaagse literatuur pruttelt voort, als een koffiezetapparaat dat iemand vergeten is uit te zetten. Ik lees zelf voornamelijk tweedehands boeken. Onontdekte schatten die nooit een succes zijn geworden. Zoals ‘Het boek der omhelzingen’ van Eduardo Galeano. Hoewel er genoeg boeken zijn, komen er steeds meer boeken bij. Uitgeverspanden moeten betaald worden, redacteuren hebben huur en een gezin, drukkers drukken niet omdat ze een passie voor drukken hebben. Laten we stoppen met nieuwe boeken maken. Laten we stilstaan en achterom kijken. Kijken wat er al gemaakt is. Als er nooit meer nieuwe boeken zouden komen, zou je toch iedere dag een onbekend boek kunnen lezen. Er is genoeg. Ik roep de schrijvers op geen boeken meer te schrijven. Uitgeverijen en redacteuren kunnen schatgravers worden. Drukkers kunnen de nieuwe schatten drukken. Marketingmensen kunnen flitsend nieuw vormgegeven oude boeken aan kranten en tijdschriften pluggen. Met een nieuwe voorkant is een oud boek weer nieuw. Het alfabet heeft er al jaren geen nieuwe letters bijgekregen. Wie werpt de eerste steen? Welke schrijver durft als eerste geen boek uit te brengen?

zondag 9 februari 2014

Angst

Ik heb een roman-in-korte-verhalen geschreven. Het boek verscheen eind 2012 en is gewoon te koop. Daarna schreef ik een theaterstuk, artikelen en reportages, een roman en een nieuw boek met korte verhalen. Ik dacht altijd dat ik lui was, wat klopt, maar soms blijk ik toch nog wel iets te doen. De roman werd geweigerd door de uitgever. De uitgever vond het geen goed boek en zag ook geen ruimte voor verbetering. Ik dacht dat ik het niet erg zou vinden, maar merk dat er een blokkade in mijn schrijven is geslopen. Mijn karakter is zo opgebouwd: eerst reageer ik laconiek, daarna word ik fatalistisch. Toen mijn roman geweigerd werd, haalde ik aanvankelijk mijn schouders op. Nu denk ik: ik stop ermee, met dat hele schrijven, ik ga voor een website werken waar ik gekke filmpjes en opmerkelijke nieuwsberichten online moet zetten. Ik ga in mijn atelier wonen, of bij een oude vrouw met veel geld en een slecht geheugen. Ik knoop relaties aan met beschadigde vrouwen. Ik zoek een goede harddrug die ervoor zorgt dat ik niets meer nodig heb en niet meer normaal kan functioneren. Ik zeg mijn tandartsverzekering op. Ik leef op matrassen die ik niet zelf gekocht heb op zolders die verwarmd worden door straalkachels. Ik leef nog tien jaar. Ik neem geen huisdieren. Ik eet uien en aardappels. Ik drink rode wijn uit plastic jerrycans. Ik poets mijn tanden iedere dag maar koop nooit een nieuwe tandenborstel. Ik leef iedere nacht in de angst als dichter te ontwaken.

vrijdag 17 januari 2014

Een vorm van promotie II

Hoewel nog nooit een literair blad een succes is geweest, is er in Tilburg een groep jongeren met naïeve glanzende ogen een nieuw literair blad begonnen: De Titaan. Er verschijnen vier nummers per jaar, ieder nummer telt twaalf pagina’s. Het blad is vormgegeven als krant. De redactie van De Titaan kijkt neer op pretentie. Al honderdveertig mensen hebben zich aangemeld als abonnee, dat is meer dan tien keer zoveel als bij een traditioneel literair blad. Op zaterdag 18 januari wordt het eerste nummer gepresenteerd, in Tilburg. Ik (Joubert Pignon) zal voor ieder nummer een nieuw kort verhaal schrijven van ongeveer driehonderd woorden. Sommige van deze woorden zullen verschillend zijn, andere zullen meerdere malen in de tekst voorkomen. Losse nummers kosten drie euro, dat is even duur als bijvoorbeeld vier kiwi's. De kiwi is een niet te versmaden vrucht. De Titaan zit ook op Facebook.

woensdag 15 januari 2014

Een vorm van promotie

Joshua Baumgarten is een mens dat echt bestaat. Ik heb hem niet verzonnen. Hij komt uit New York en heeft een baard en een bril. Hij heeft allemaal omzwervingen gemaakt en vele avonturen beleefd. Ooit schrijven Lucas Hirsch en ik zijn onthullende biografie. Daarna zal, zul je net zien, de wereld vergaan. Inmiddels woont Joshua al een lange tijd in Haarlem. Hij heeft een winkel die The Irrational Library heet. Het is een geweldige winkel met spullen die zo cool zijn dat het een wonder is dat je in de winkel kunt rondlopen zonder wanten aan. Via zijn winkel geeft Joshua Baumgarten nu ook kleine uitgaves uit. Het wordt een serie die ‘I spoke to you’ heet. Het eerste deel is verschenen, hijzelf en Mat Jongenelen schreven ieder gedichten. De uitgave is in zijn winkel te koop. Voor het tweede deel in de serie schreef Lucas Hirsch vier gedichten. Ik schreef vier verhalen. Het is een harmonica-uitgave. Hoewel ik niet vies ben van zelfplagiaat en het hergebruiken van verhalen zijn het vier nieuwe verhalen. Mijn verhalen staan op de ene kant, de gedichten van Lucas staan op de andere kant, of andersom. Vanaf 25 januari is de ‘I spoke to you’ uitgave van Hirsch + Pignon te koop bij The Irrational Library. Er zijn er niet veel gemaakt, het is een gelimiteerde uitgave. Lucas Hirsch en ik zijn de 25e in de winkel om het boekje te signeren. We kunnen dan onze eigen naam op het boekje schrijven, of elkaars naam, of iemand anders zijn/haar naam en we lezen ook voor. Meer informatie is bijvoorbeeld hier te vinden. Ik geloof dat het boekje vier euro kost. Dat is een euro per Lucas Hirsch-gedicht, geen geld, en mij krijg je er dan gratis bij. Binnenkort in de webshop van The Irrational Library.

zaterdag 4 januari 2014

2014

Mijn eerste publicatie van 2014 wordt een bibliofiele (ik noem het bibliofiele omdat dat de verkoop ten goede komt) uitgave via Joshua Baumgarten ism Lucas Hirsch in gelimiteerde (ik schrijf hier gelimiteerde omdat dat de verkoop ten goede komt) druk.
Ik ga ook meewerken aan het nieuwe literaire tijdschrift De Titaan van o.a. Martijn Neggers. Een fijn soort pretentieloze krant, die voor het eind van de maand verschijnt. Ik schrijf hier pretentieloos met de grootste voorzichtigheid. Ik wil niemand beledigen.
Vincent Uilenbroek en ik brengen samen een kleine uitgave uit dit jaar. Hij heeft tekeningen gemaakt, ik heb woorden geschreven. Hoewel we beiden in de greep van luiheid zijn, zal het ergens in maart verschijnen.
Als mijn nieuwe boek blijkt mee te vallen, verschijnt het ergens na de zomer. Zo niet, dan niet.
Op 1 april begin ik te schrijven aan mijn derde boek.
Dit jaar zet ik een literaire tournee met twee andere schrijvers van enorm korte verhalen in de steigers. Waar dat begint of eindigt weet ik niet.
Ondertussen schrijf ik korte verhalen, reportages en luister ik naar de muziek van Gil Scott-Heron en Kanye West.

vrijdag 3 januari 2014

Kerstconcert

Een tijd geleden interviewde ik pianist Wibi Soerjadi voor het tijdschrift Nieuwe Revu. Na afloop van het interview nodigde Wibi Soerjadi me uit om naar zijn kerstconcert in het Concertgebouw te komen. Ik nam de uitnodiging aan. Journalisten mogen geen cadeautjes aannemen. Gelukkig ben ik geen journalist, ik ben een man van fictie. Ik heb zelfs mijn eigen bestaan verzonnen. De kaartjes zouden bij de kassa klaarliggen. Ik mocht mijn vriendin meenemen.
Aan het Concertgebouw wapperen grote wimpels met foto’s van Wibi Soerjadi erop.
We melden ons bij de kassa en ik noem mijn naam. ‘Miesjong?’ vraagt de man achter de kassa. ‘Pignon,’ zeg ik, ‘P, i, g, n, o, n.’ ‘Pilon?’ vraagt de man. Hij bladert door klaarstaande enveloppen. Mijn naam staat op geen enkele envelop. Ik begin te zweten. Ik zeg dat Wibi kaartjes voor ons zou neerleggen. Ik zeg dat ik Wibi heb geïnterviewd en dat hij kaartjes voor ons zou neerleggen. De man vraag of ik een kaartje heb. Ik zeg dat Wibi kaartjes voor ons zou neerleggen. De man vraagt of ik een kaartje met mijn naam er op heb. Ik zeg dat ik dat niet heb. De man scheurt twee kaartjes voor ons af. Hij geeft ze.

Het is druk. We lopen naar boven, we hebben plaatsen op het balkon. We zitten in het midden van de rij. Mijn vriendin zegt dat alles altijd misgaat, maar dat het daarna altijd goed komt. Ik zeg dat het fijn zou zijn wanneer eens iets een keer goed zou gaan zonder dat het eerst mis ging.
Onder onze stoelen ligt een paar sleutels. Ik wil de sleutels met mijn voeten onder een andere stoel schuiven zodat wij kunnen doen of we de sleutels niet gezien hebben en niet allemaal oplossingen moeten bedenken. Mijn vriendin pakt de sleutels. Aan de sleutels zit een wit label met een mobiel nummer er op. Mijn vriendin stuurt een sms naar het nummer. Ze schrijft dat we sleutels gevonden hebben. Mijn vriendin loopt naar een zaalwacht toe, een halve rij moet opstaan (‘pardon’, ‘pardon’) en geeft hem de sleutels. Ze loopt weer terug naar onze stoelen. De halve rij (‘pardon’, ‘pardon’) moet weer opstaan.

Het concert begint bijna. Een enthousiaste man met een microfoon komt op. Hij zegt dat we mogen doen wat we willen, zolang het maar met geluid maken te maken heeft. We mogen klappen en joelen zoveel als we willen. We mogen geen opnames maken.
Wibi Soerjadi komt op in een groen Robin Hood-pak. Hij buigt naar alle kanten. We klappen en joelen. Wibi begint te spelen op zijn piano. Tegenover ons, achter het podium, zijn ook tribunes. Op een van de tribunes zit een vrouw die met haar mobiele telefoon het hele concert filmt. Er zit een felle lamp op haar telefoon. Ik kan alleen maar naar de felle lamp kijken. Soms hoor ik mensen klappen. Dan kijk ik naar het podium en zie ik Wibi Soerjadi achter zijn piano zitten met zijn vuisten in de lucht. Iedere keer als een liedje afgelopen is, steekt Wibi zijn vuisten in de lucht, zodat de mensen weten dat het liedje afgelopen is. Na het concert zet de filmende vrouw haar mobiele telefoon uit en knuffelt ze het kind dat naast haar zit. De mensen gaan staan, ze klappen en joelen. Ik sta ook op. Mijn vriendin vraagt me wat ik van het concert vond. Ik zeg dat ik daar eigenlijk niet zo op heb gelet.

donderdag 2 januari 2014

Goed voornemen

Via een geheime en verborgen meter kan ik zien hoeveel mensen mijn blog bezoeken. Gemiddeld negen unieke bezoekers per dag. Ook kan ik zien met welke sleutelwoorden mensen via een zoekmachine op mijn blog zijn gekomen. De laatste tijd is er iemand die regelmatig op mijn blog komt via zoektermen als “joubert pignon niet zelf geschreven” en “wie schreef joubert pignon”. Hieruit concludeer ik, met de scherpzinnigheid die ons schrijvers eigen is, dat iemand vermoedt dat ik mijn eigen boek niet zelf geschreven heb. Zelf heb ik ook lange tijd gedacht dat ik een fragment van de fantasie van A.H.J. Dautzenberg was, maar navraag bij hem leerde dat dat niet zo was. Iemand probeert me dus te ontmaskeren. Natuurlijk draag ik een masker, maar het masker dat ik draag is een masker van mijn eigen gezicht. Wanneer het masker wordt afgerukt, zit daaronder weer een masker van mijn eigen gezicht. Ik zou wel willen dat ik mijn teksten niet zelf schreef. Het zou een hoop tijd schelen. Ik schrijf bijna twee uur per dag, het rondlummelen en mezelf aansporen om nu eindelijk eens te beginnen met schrijven niet meegerekend. Ik lees veel voor. In 2013 las ik veel voor, de eerste voorleesbeurten voor 2014 staan ook al weer gepland. Na afloop van een voorleesbeurt krijg ik applaus. Bij het applaus verschrompel ik en schaam ik me. Ik vind het een vreselijk geluid. Het liefste zou ik, wanneer ik van het podium loop, en mijn zelfgeschreven boek dichtklap, dit in stilte doen. Voor het nieuwe jaar huur ik iemand in die, met een masker van mijn gezicht op, het applaus in ontvangst neemt. Vuisten in de lucht, kushandjes, spuiten met champagne, knuffels en onderbroeken die op het podium worden geworpen oprapend.