zaterdag 22 februari 2014

Schreeuwen

Ooit, toen ik nog een beroemde striptekenaar was, maakte ik een stripverhaal. Het stripverhaal ben ik kwijt, ik zeg maar dat ik het stripverhaal kwijt ben, ik heb geen zin het te zoeken, ik maakte meer dan tienduizend stripverhalen. Het stripverhaal ging als volgt:

Plaatje 1:
Een man loopt over straat. Hij schreeuwt. Hij houdt zijn hand bij zijn mond:
‘Ik loop te schreeuwen! Ik loop te schreeuwen, hoor!’

Plaatje 2:
Een andere man steekt zijn hoofd uit het raam. Hij roept naar de schreeuwende man:
‘Houd eens op met schreeuwen!’

Plaatje 3:
De schreeuwende man loopt met zijn hand bij zijn mond over straat en schreeuwt:
‘Ik mag niet lopen schreeuwen! Ik mag niet lopen schreeuwen!’

maandag 17 februari 2014

Koffiezetapparaat

Ik las iets dat ik zelf geschreven heb. Ik las:

Ik zeg tegen de mensen dat de literatuur schrijvers helemaal niet nodig heeft, dat de literatuur alleen maar drukkers, redacteuren en marketingmensen nodig heeft. De mensen zeggen dan: ‘Maar wie schrijft al die boeken dan vol?’ Ik zeg dan dat ze de marketingmensen niet moeten onderschatten, die verzinnen daar wel wat op.

Ik geef het niet graag toe, maar ik heb gelijk. Schrijvers zijn onnodig geworden. Moderne schrijvers, schrijvers die nu nog in leven zijn, schrijven boeken die niet kunnen tippen aan oudere boeken. Het boek is uitontwikkeld, klaar. De hedendaagse literatuur pruttelt voort, als een koffiezetapparaat dat iemand vergeten is uit te zetten. Ik lees zelf voornamelijk tweedehands boeken. Onontdekte schatten die nooit een succes zijn geworden. Zoals ‘Het boek der omhelzingen’ van Eduardo Galeano. Hoewel er genoeg boeken zijn, komen er steeds meer boeken bij. Uitgeverspanden moeten betaald worden, redacteuren hebben huur en een gezin, drukkers drukken niet omdat ze een passie voor drukken hebben. Laten we stoppen met nieuwe boeken maken. Laten we stilstaan en achterom kijken. Kijken wat er al gemaakt is. Als er nooit meer nieuwe boeken zouden komen, zou je toch iedere dag een onbekend boek kunnen lezen. Er is genoeg. Ik roep de schrijvers op geen boeken meer te schrijven. Uitgeverijen en redacteuren kunnen schatgravers worden. Drukkers kunnen de nieuwe schatten drukken. Marketingmensen kunnen flitsend nieuw vormgegeven oude boeken aan kranten en tijdschriften pluggen. Met een nieuwe voorkant is een oud boek weer nieuw. Het alfabet heeft er al jaren geen nieuwe letters bijgekregen. Wie werpt de eerste steen? Welke schrijver durft als eerste geen boek uit te brengen?

zondag 9 februari 2014

Angst

Ik heb een roman-in-korte-verhalen geschreven. Het boek verscheen eind 2012 en is gewoon te koop. Daarna schreef ik een theaterstuk, artikelen en reportages, een roman en een nieuw boek met korte verhalen. Ik dacht altijd dat ik lui was, wat klopt, maar soms blijk ik toch nog wel iets te doen. De roman werd geweigerd door de uitgever. De uitgever vond het geen goed boek en zag ook geen ruimte voor verbetering. Ik dacht dat ik het niet erg zou vinden, maar merk dat er een blokkade in mijn schrijven is geslopen. Mijn karakter is zo opgebouwd: eerst reageer ik laconiek, daarna word ik fatalistisch. Toen mijn roman geweigerd werd, haalde ik aanvankelijk mijn schouders op. Nu denk ik: ik stop ermee, met dat hele schrijven, ik ga voor een website werken waar ik gekke filmpjes en opmerkelijke nieuwsberichten online moet zetten. Ik ga in mijn atelier wonen, of bij een oude vrouw met veel geld en een slecht geheugen. Ik knoop relaties aan met beschadigde vrouwen. Ik zoek een goede harddrug die ervoor zorgt dat ik niets meer nodig heb en niet meer normaal kan functioneren. Ik zeg mijn tandartsverzekering op. Ik leef op matrassen die ik niet zelf gekocht heb op zolders die verwarmd worden door straalkachels. Ik leef nog tien jaar. Ik neem geen huisdieren. Ik eet uien en aardappels. Ik drink rode wijn uit plastic jerrycans. Ik poets mijn tanden iedere dag maar koop nooit een nieuwe tandenborstel. Ik leef iedere nacht in de angst als dichter te ontwaken.