maandag 5 mei 2014

Zwabberen

Ooit schreef ik een boek dat door lezers gemiddeld met drie sterren werd beoordeeld. Drie sterren leek me ooit een nachtmerrie. Ik deed het voor één (*) of voor vijf (*****) sterren. Ik wilde dat mensen mijn boek haatten of er heel veel van hielden. Maar ooit kon ik nog slechter nadenken dan nu. Wanneer je het gemiddelde van één en vijf neemt, kom je op drie sterren uit. Dat betekent dat de helft van de mensen van mijn boek houdt en de andere helft het haat. Mijn wens ging in vervulling, zonder dat ik het wist. Ik verwachtte dat er vijfhonderd exemplaren van mijn boek zouden worden verkocht. Het werden er meer, maar niet genoeg om een tweede druk te halen. Ik schreef een bundel korte verhalen. Mensen schijnen bundels met korte verhalen niet te willen lezen. Wanneer ik mijn verkoopcijfers omreken naar een roman heb ik zeven miljoen exemplaren verkocht. Mijn boek werd genomineerd voor een prijs. Leuk voor de uitgeverij en mijn ouders. Na mijn eerste boek dacht ik dat ik me moest ontwikkelen als schrijver. Ik wilde boeken schrijven in alle genres. Een roman. Een reisboek. Een kinderboek. Weer een korteverhalenboek. Een sciencefictionthriller. Mijn plan was om alle genres uit te proberen om natuurlijk, uiteindelijk, vlak voor mijn dood, vloekend te ontdekken dat ik een schrijver van korte verhalen ben.
Ik schreef na mijn eerste boek een roman, die geweigerd werd door de uitgever. Wat, denk ik, goed was. Mijn eerste boek bewoog op drie vlakken: heden, verleden en fantasie. Voor de roman wilde ik één van de vlakken verder verkennen. Het werd fantasie. Ik schreef een experimentele roman waarin alles mogelijk is. Daardoor verloor ik de relativering uit het oog. Als ik schrijf, begin ik meestal na vierhonderd woorden (we zitten nu rond de 300) te zwabberen en weet ik niet meer waar ik mee bezig ben. Ik ben een kleine denker. Ik weet niet of er ooit iets met de roman gebeurt. Misschien blijft het altijd een word-document dat bij een man of tien in de map ‘downloads’ staat.
Na mijn eerste boek schreef ik wat reportages, die roman dus, een theaterstuk en een nieuw korteverhalenboek. Ik ben dat laatste boek nu aan het afronden. Daarna gebeurde er, onder andere, wellicht niets.
De literaire wereld bestaat uit twee delen: de literatuur en de boekenwereld. De boekenwereld is vormgeving, literaire avonden, bureauredacteuren, folders, redacteuren, recensies, redacteuren, promotie en marketing, boekwinkels, ramsj, websites, boekpresentaties en facebook en twitter. De literatuur is woorden. Woorden in een grote historische lijn van voor naar achter, die dankzij e-books en torrentsites en hun opvolgers voor eeuwig is. En die, wanneer deze planeet al lang vernietigd is, in de vorm van nullen en eenen door het oneindige universum zweven. Woorden die door nietsvermoedende buitenaardse wezens op hun e-readers zullen worden gedownload. Ze lezen vanuit hun downloads-map wat regels over gekke ridders die molens bevechten, wissen het bestand en gaan vervolgens buitenaardse porno kijken. Porno voor de liefhebber van de soort.