woensdag 19 januari 2011

File

Ik sta voor het eerst in de file. Ik ken de gezichten in de file niet. We rijden naar Antwerpen, waar een boek van Tim Foncke wordt gepresenteerd. Onze uitgever zit achter het stuur van zijn witte haai.
Tim Foncke heeft mij gevraagd een praatje te houden tijdens de presentatie van zijn boek en het eerste exemplaar in ontvangst te nemen. Twee dozen met boeken liggen in de kofferbak. Tijdens het stilstaan blader ik door het boek.
Tim Foncke en ik hebben elkaar nog nooit ontmoet, we kennen elkaar via internet. Ik zit met mijn vriendin op de achterbank. Ik heb twee flessen likeur meegebracht. Ik ben de enige die van de likeur drinkt.
Na vier uur zijn we nog niet voorbij Den Bosch. Ik laat mijn vriendin Tim Foncke bellen om te vertellen dat we later komen.
Mijn vriendin zegt tegen Tim Foncke, Hoi, met Joubert, we zijn wat later. Het is een meisje, hoor ik Tim Foncke zeggen.
Na negen uur komen we aan in Antwerpen.
De meeste gasten zijn al weg. Ik stel me voor aan Tim Foncke, ik vertel hem dat ik geen meisje ben. Ik overhandig Tim Foncke het eerste exemplaar van zijn boek en houdt mijn praatje dat uit twee zinnen bestaat:
'Ahoy, roestige matrozen, ahoy' en 'Op schoot bij de rolstoelkoning'.