donderdag 5 augustus 2010

Klep

Het verleden past precies in één vuilniszak. Oude shirts, broeken en schoenen door grijs plastic omhuld. De kleding waarin ik vriendinnen bedroog, vriendschappen, dronken, per email beëindigde en klikte op websites die ik al uit kon spellen laat zich als een prop wegproppen.

Knaapjes rammelend in een lege kast.

Het verleden krijgt een kans op een tweede leven.

De bak van De Schalm is vijftien minuten lopen. Het is warm buiten. Ik kies ervoor om te lopen. Om mijn symbolische tocht, waarmee ik afscheid neem van een deel van mijn verleden - ook al is het dan een ongeliefd deel, dat ik liever niet droeg - kracht bij te zetten. Waarde te geven. Me er niet makkelijk van af te laten komen. Een vervoermachine mag mijn klus niet klaren. Dit moet ik zelf doen.
De zak is zwaar. Zwaarder dan ik had verwacht, eigenlijk. Daar vervliegen de idealen. 'Afschudden van herinneringen, daar moet voor geleden worden.' 'Ik kies ervoor om te lopen. Om mijn symbolische tocht, waarmee ik afscheid neem van een deel van mijn verkleden - ook al is het dan een ongeliefd deel, dat ik liever niet droeg - kracht bij te zetten. Waarde te geven. Me er niet makkelijk van af te laten komen. Een vervoermachine mag mijn klus niet klaren. Dit moet ik zelf doen.'
Zweet. Een jas aan doen was niet nodig geweest.

De bak van De Schalm is strategisch geplaatst. Net buiten de woonwijk. Nadenken. Wil je echt wel van je oude spullen, je verleden, af of zijn ze de moeite van het verslepen niet waard? Ik open de klep en stop mijn vuilniszak in de open klep. Proppen geblazen. De zak is veel te groot. Ik doe de klep dicht, met moeite. Als ik de klep open doe, om te kijken of de transactie geslaagd is, krijg ik de klep niet meer open. De klep zit vast. Ik ruk, ik trek. Ik schaam me voor mijn geruk en getrek en loop weg. Bang dat iemand mijn geruk en getrek ziet.

Ik keer even later terug.

Ik ruk en ik trek weer. De klep gaat nog steeds niet open. De zak zit vast.

Ik ga maar. Schouders ophalen. Een beetje onzeker. Toch laconiek. Geen andere keus.

De volgende dag ben ik terug bij de klep. Terug bij de bak van De Schalm. Ik draag een nieuwe jas. Het regent. De jas zou waterdicht zijn. Op de naden begint hij al te lekken. Ik probeer of de klep open gaat. De klep gaat open.

Mijn offer is opgenomen.