donderdag 11 april 2013

Tweede boek

Eigenlijk moet ik aan mijn tweede boek werken. Ik heb een eerste boek geschreven, een tweede boek is dan een logisch vervolg. Het probleem van het tweede boek is dat ik al helemaal weet hoe het verhaal gaat, ik weet hoe het begint, ik weet wat er daarna komt, ik weet hoe het boek afloopt, het is zonde om het allemaal nog uit te schrijven. In mijn hoofd is het tweede boek perfect, het tweede boek uittypen doet afbreuk aan de perfectie. Dus lig ik op de bank, houd mijn buik in en denk aan mijn tweede boek.
Ik zet de televisie aan en uit. Ik zet muziek op en af. Ik loop naar de boekenkast, ik zie alle boeken die ik nooit zal lezen, ik pak een boek uit de kast en sla het voorzichtig open, zodat ik het misschien nog aan iemand cadeau kan doen als ik weer eens vergeten ben een verjaardagscadeautje te kopen. Ik hoor hoe mijn vriendin, boven, haar werkkamer uitloopt en naar het toilet gaat. Ik kijk op mijn telefoon of ik nog nieuwe e-mails heb, ik heb geen nieuwe e-mails. Ik pak wijn uit de koelkast, schenk een glas wijn in, drink het glas leeg en schenk een nieuw glas wijn in. Ik ga aan tafel zitten en klap mijn laptop open. In de weerspiegeling van het zwarte scherm zie ik mezelf. Met mijn duim en wijsvinger draai ik dikke rechtopstaande punten van mijn haar. Door het raam zie ik hoe de achterburen in hun tuin staan te roken. Aan hun waslijn hangen twee roze fleecetruien. De truien hangen aan een klerenhanger en draaien dansend, in de wind, een schokschouderende dans. Ik zet mijn laptop aan en probeer alles te vergeten wat ik bedacht heb.