donderdag 18 april 2013

Huis

Mijn vriendin en ik wonen alweer bijna twee jaar in hetzelfde huis. We zijn al zes jaar samen, dit is ons vierde huis samen. Mijn vriendin wil een huis met een tuin, met katten en kinderen en buren die naar ons zwaaien en met een groene en een zwarte bak voor de deur waar we ons afval in kunnen scheiden en een achterom om met onze fietsen via de tuin in de schuur te kunnen komen. Ik wil niets. Ik wil zoveel mogelijk stilte en alleen zijn. Ik wil haar wensen vervullen, zodat ik stilte om me heen hoor, met af en toe een gelukzalige zucht. Mijn vriendin heeft een nieuw huis op het oog. Ze heeft onze inkomens berekend. Als we in een tabel wat getallen van links naar rechts verschuiven, of andersom, dan komen we in aanmerking voor het nieuwe huis, en mogen we het huren.
We lopen over straat. Het nieuwe huis is vijftien minuten lopen van het huis waar we nu wonen. Als we de straat uitlopen, pak ik de hand van mijn vriendin vast, ik ben nuchter, ik heb niet gedronken. Mijn vriendin kijkt me aan en zegt dat ze niet wist dat ik iemand ben die de hand van zijn vriendin vastpakt. Ik laat haar hand los en zeg dat ik dat deed omdat ik nuchter ben, dat ik mezelf niet ben. Mijn vriendin zegt dat ze het niet erg vindt. Ze probeert mijn hand weer te pakken, maar ik heb mijn handen in de zakken van mijn jas gestoken. Als we naar het nieuwe huis lopen, lopen we langs een park.
Door het park jogt een groep zwangere vrouwen. Het zijn er zeker zeventien. Ik pak de hand van mijn vriendin vast en trek haar naar beneden, om ons te verstoppen voor deze gestoorde onheilsbrengers. Vanachter een struik kijken we naar de joggende, zwangere vrouwen. Ze dragen felgekleurde kleding over hun bolle buiken en lijken zich niet te schamen. Op onze knieƫn sluipen we verder naar de nieuwe woning. Het wordt langzaam donker, we bereiken de nieuwe woning. Mijn vriendin durft de voortuin in te lopen en kijkt door de ramen van het nieuwe huis naar binnen. Ik kijk om me heen. Een overbuurman kijkt wat we aan het doen zijn. Mijn vriendin kijkt met haar handen tegen het raam bij de nieuwe woning naar binnen en zegt dat er nog een hoop werk aan de winkel is.