vrijdag 13 december 2013

Ik

Ik heb een nieuw boek geschreven, het is mijn tweede boek. Ik heb het maar een roman genoemd. Ik heb nooit eerder een roman geschreven. Ik wist niet of ik het kon, maar ik kan het. Ik deed het gewoon. Ik kan schrijven, geloof ik, maar ik schreef tot nu toe kleine pruttelende stukjes.
Ik kan zwemmen. Ik kan de schoolslag en de borstcrawl. Ik kan op mijn rug zwemmen, met mijn buik boven water. Het zou niet in me opkomen om mee te doen aan de Olympische Spelen.
In de roman komt het woord ‘ik’ niet voor. Het is een ik-loze roman. De komende tijd ga ik weer kleine pruttelende stukjes schrijven, volgepropt met ik’s. Ik gebruik altijd ‘ik’ omdat het ruimte scheelt. Lezers zien het woord ‘ik’ staan, kijken naar mijn foto en hebben gelijk een beeld bij de ik. De lezers denken dan dat ik over mij schrijf. Ik hoef het personage niet te beschrijven.
Vanaf 1 april begin ik aan mijn derde boek, een felrealistische reisroman zonder leugens erin.