zondag 28 november 2010

Kapper

Ik kijk in de spiegel en zie hoe de kapper mijn haar knipt. Hij vraagt wat ik in het dagelijks leven doe. Ik zeg dat ik in een dierenwinkel werk en stukjes schrijf. De kapper vraagt of de oren vrij mogen en waar die stukjes over gaan. Ik zeg: 'Nou, over dit hier bijvoorbeeld. Over dat ik bij de kapper zit." Ik zeg dat ik zou schrijven dat ik hem als kapper heb uitgekozen omdat hij kaal is, en dat dat me bevalt: een kale kapper. En ik zou wat rake observaties maken over zijn leven in de spiegel. Hij ziet zichzelf de hele dag werken in de spiegel en heeft zichzelf meer uren gezien dan goed is voor een mens. Ik zeg dat ik het stukje abrupt zou eindigen, zoals ik dat bijna altijd doe.
"Dat wordt dan vierentwintig euro," zegt de kapper.