dinsdag 16 november 2010

Coach

Ik lag op de bank, keek voor me uit, maar zag niets. Mijn vriendin zei dat ze een paar dagen naar haar ouders ging en trok de deur achter zich dicht. Naast de kast trok het konijn plukken uit het tapijt. Ik keek, ik zag, maar dacht aan niets. Er was slechts niets.

Ik ken de valkuilen (drank, drugs, weinig slapen, gebrek aan zonlicht, rotwerk, aanstellerij) maar voel hoe ik toch weer de duisternis in word getrokken. Mijn tolerantie neemt af. Bot op bot. Een kunstmatige glimlach houdt me voorlopig overeind. Ik praat mezelf moed in alsof ik mijn coach ben. Met een tik op mijn billen stuur ik mezelf het veld in. Blessuretijd. Het staat nul drie.
Zet 'em op, kanjer.