zaterdag 22 december 2012

Karaoke

Ik ben in een Chinese karaokebar. Een vriend van een vriend is jarig. Ik heb de vriend beloofd mee te gaan. Eigenlijk wil ik de nieuwste aflevering van Voetbal International kijken. Ik heb werk, ik wil geen sociale achterstand oplopen, ik moet op mijn werk mee kunnen praten over Voetbal International. Ik ga mee, mijn vriend zegt dat we gratis kunnen drinken. De vriend van de vriend heeft via Groupon de karaokebar voor twee uur afgehuurd. We krijgen ook honderdvijftig bier erbij, alles voor dertig euro. Er zitten geen hapjes bij. In de karaokebar zijn alle hits beschikbaar, we kunnen ze gewoon zingen. Maar wel in een Chinese versie. Het is lastig kiezen. Zingen we mee met 儀表燈的天堂, een echte evergreen, of kiezen we voor 昨天 of voor het altijd populaire 我沉默 van Van Dik Hout (厚木). We kiezen voor 時鐘 van 酷玩. Met drie mensen zingen we, fonetisch, de tekst van 酷玩:

燈熄了,我不能保存
潮汐,我試圖遊反對
把我在我的膝蓋上
哦,我求,我謹此陳辭,請唱

出來的東西說出來
關閉我的頭拍攝的蘋果
麻煩,不能被命名為
老虎等待被馴服唱歌的




混亂從未停止
關閉牆壁和滴答作響的時鐘
會回來接你回家
我不能停止我知道唱的調

出來後,我的海洋,
被詛咒的錯失機會
我的治療方法的一部分
還是我本病的一部分,唱歌

你是,你是,你是
你是,你是,你是

沒有別的比較
沒有別的比較
沒有別的比較




家,家,我想去的地方
家,家,我想去的地方
家,家,我想去的地方
家,家,我想去的地方

Een dik meisje, met rode lippen en iets te grote borsten, speelt de baspartijen mee. Ze heeft geen echte basgitaar in haar handen, maar plukt aan een fantasiebasgitaar die ergens in de lucht zweeft. Meestal zit ze er net naast. Maar niemand doet moeilijk. Het is feest.

Een broer en een zus zingen een liefdesliedje dat voor één stem bedoeld is. Ze doen hun best. Ze houden elkaar stevig vast en ik zie een kleine bobbel in de broek van de broer. De twee Aziatische barkeepsters kijken voor zich uit. Soms kijkt er één op de klok. Als iemand een glas drinken besteld, zet een barkeepster een streepje op een blaadje.

De jarige krijgt ironische cadeaus: platen met Duitse muziek en het hoofd van Albert Verlinde gemaakt van chocolade. Iedereen moet erg lachen om de cadeaus. Ik ben geen liefhebber van ironie. Ironie is een schild waarvan je nooit weet uit hoeveel lagen het bestaat.
De mensen blijven maar doorzingen. Ze willen waar hebben voor de dertig euro en zingen bekende hits in Chinese karaokeversies. Ik lees vanaf het scherm mee, maar herken de nummers vaak niet. Aan de bovenkant van het opleesscherm zijn reclames te zien van Apfelkornshots, de prijzen zijn niet ongunstig.

Natuurlijk mag er binnen weer niet gerookt worden. Buiten zie ik een beroemde recensent (die mensen bestaan nog, net als stoomtreinen, stripboeken en kokosbrood) heen en weer schuifelen voor een Chinese massagesalon. Hij bestudeert de prijzen die op het raam van de salon geplakt zijn. Hij kijkt in zijn portemonnee. De wind waait door zijn slappe haren. Een Chinese vrouw doet de deur open. De recensent vraagt of hij gemasseerd kan worden. De vrouw steekt haar duim omhoog. De recensent vraagt of de vrouw tijdens het masseren kan blaffen als een hond. De vrouw wrijft met haar duim over haar wijsvinger. De recensent gaat naar binnen, hij likt over zijn toch al vochtige bolle lippen. Ik schiet mijn peuk de straat op.

De broer en de zus zijn nog steeds aan het zingen. De rest van de mensen kijkt naar de broer en zus die aan het zingen zijn. De broer en zus wrijven met hun bovenlichamen langs elkaar.
Ik kijk naar mijn vriend en maak een hoofdbeweging in de richting van de deur. Hij schudt 沒有 met zijn hoofd. Ik wil nog maar een glas bier bestellen. Als ik een glas bier bestel, wrijven de Aziatische barkeepsters met hun duimen langs hun wijsvingers, daarna wijzen ze op het blaadje waar honderdvijftig streepje op staan. Ik voel de tieten van het dikke meisje in mijn rug prikken en in de verte hoor ik het geblaf van een hond.