dinsdag 29 januari 2013

Wim

Het heeft dagenlang gesneeuwd. De stoep was niet meer te zien. Op, tussen en onder de stoeptegels lag sneeuw. Nu regent het. De regen is warmer dan de sneeuw, de sneeuw smelt. De stoeptegels liggen los in de stoep. Ik spring van stoeptegel naar stoeptegel. Bij iedere sprong springt het water langs de randen van de stoeptegels omhoog.
Ik heb mijn netste gympen aan.
Mijn schoenen en sokken en voeten zijn nat en koud. Het water is kouder dan mijn voeten.
Ik ben onderweg naar mijn vriend Wim. Vroeger zagen we elkaar bijna iedere maand. Dan zaten we samen cartoons te tekenen aan een tafel. Soms bij hem thuis, soms bij mij. Wim dronk dan koude koffie, ik dronk warm bier. We rookten samen stiekem sigaretten.
Toen ik stopte met cartoons tekenen, om verhaaltjes te gaan schrijven, zaten Wim en ik minder en minder vaak bij elkaar aan tafel. Ik hoop dat hij inmiddels iemand anders heeft gevonden om mee aan een tafel te zitten en te bespreken welke cartoonisten allemaal klootzakken zijn.
Als ik bijna bij het huis van Wim ben, spring ik voorbij een supermarkt. Voor de supermarkt: een man en een hondje. De man maakt met zijn mond zachte geluidjes naar het hondje. Het hondje staat op zijn achterpootjes en probeert bij de man te komen. De man ziet niet dat het hondje aan een touwtje vastzit en zichzelf bijna wurgt. De man maakt hardere zachte geluidjes met zijn mond en gaat gehurkt voor het hondje zitten.
De man heeft een fototoestel om zijn nek. Met het fototoestel maakt hij foto’s van het hondje. Ik hoor de man mompelen dat hij nog nooit zo’n schattig hondje heeft gezien. Het hondje trekt harder en harder aan de lijn en gaat steeds scheler kijken. Als ik de man en het hondje bijna voorbij gesprongen ben, ruik ik drank. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik vermoed dat het de man is die naar drank ruikt.
Als ik bij Wim thuis ben, vertel ik hem over de man en het hondje. Wim zegt dat hij vermoed over wie het gaat. Waarschijnlijk is de man een fotograaf van de lokale krant, de man is een lokale bekendheid en een echte klootzak.
Wim zegt dat hij een hekel aan dierenbeulen heeft. Wacht maar, hij gaat een paar cartoons over de man maken en ze op zijn Facebook-pagina zetten. De pen en een werkende internetverbinding zijn machtiger dan het zwaard.
Een paar dagen later wordt de fotograaf dood in zijn huis gevonden. Onder zijn bungelende voeten liggen zijn camera (alle foto’s gewist) en een ongeopende fles wijn.