woensdag 27 november 2013

Doekje

Ik schrijf ineens veel over de dood. Het kan toeval of een teken zijn. ‘Misschien voel ik iets aan’. Het zou niet erg zijn om dood te gaan. Ik heb twee zelfgeschreven boeken op een usb-stick staan, ze zijn allebei publiceerbaar. Goed voor de verkoop. De usb-stick ligt op ooghoogte. Omdat ik elf kilo ben afgevallen kan ik mijn pak ook weer aan. Het jasje kan dicht, het deksel kan dicht. Mijn vriendin zegt dat ze zonder mij altijd prettiger slaapt. Ik had voor mijn dood graag nog een zin geschreven waar geen leugens in voor komen. Ik rook en drink niet meer, ik ben orgaandonor, te lang doorgerookt en gedronken. Mijn lichaam is van een oud vrouwtje geweest dat overal tegen aan botste. Het wachtwoord van mijn email zit gecodeerd in deze tekst. We hebben een doekje in huis waar we altijd het aanrecht mee schoonmaken. Wanneer we het doekje natmaken is het snel droog. Dat doekje is weg. We zoeken maar vinden het niet. We hebben nog meer van zulke doekjes, maar we hebben dit doekje in gebruik en willen dus dit doekje, we pakken geen ander doekje. Uiteindelijk vinden we het doekje op een andere verdieping. Het hangt over het hekje van de trap. Het doekje is opgedroogd en heeft de vorm aangenomen van de leuning van het hekje van de trap. Hoe het doekje daar gekomen is, is ons een raadsel.