woensdag 24 juli 2013

Roman

Ik heb een boek met zeer korte verhalen geschreven. De meeste verhalen zijn tweehonderd of driehonderd woorden lang. Veel van de verhalen hebben iets met elkaar te maken. Omdat ik ze in een chronologische volgorde heb gezet, is er een langer verhaal ontstaan. Daarom is het korteverhalenboek ook als roman te lezen.
Natuurlijk zou ik het liefste een schrijver van zeer korte verhalen blijven (je hebt veel tijd over, je hoeft weinig te doen, je wordt bewonderd: vrouwen willen bloot met je in bed liggen, bij iedere signeersessie worden er dollars in je onderbroek gestopt), maar de wereld wil vooruitgang. Stilstaan is sterven, de wereld is gebouwd op evolutie.
Dit laatste schrijf ik met de grootste voorzichtigheid.
Ik mag natuurlijk niet nog een boek met zeer korte verhalen schrijven, ik moet natuurlijk een roman schrijven. Een roman is het echte werk.
Ik heb op het moment van dit schrijven tienduizend woorden geschreven van een roman. Ik moet er nog veertigduizend schrijven. Als je een roman schrijft, kun je niet zomaar vijftigduizend willekeurige woorden inleveren bij je uitgever. Er zijn strenge eisen. De woorden moeten zinnen vormen, de zinnen een verhaal en dat verhaal moet weer verschillende lagen hebben. Dan is het literatuur. In een literatuurboek bakt niet iemand een ei omdat hij honger heeft, in een literatuurboek bakt iemand een ei omdat hij wil neuken met zijn moeder. Daar moet je allemaal rekening mee houden wanneer je een literatuurboek schrijft.
Meestal ben ik na vierhonderd woorden mijn interesse in een onderwerp verloren. Bij dit stukje zou het betekenen dat ik nog iets meer dan honderddertig woorden moet schrijven, maar soms houdt de interesse eerder op.